Introductie op Daniël

EEN VERKLARING MET PRAKTISCHE OPMERKINGEN VAN HET BOEK DANIËL.

Het  boek  Ezechiël  liet  Jeruzalem  in  een  treurigen  toestand  achter,  geheel  in  puinhopen,  maar met  het  blijde  vooruitzicht  op  ene  vernieuwde  heerlijkheid.  Dit  boek  is  er  een  gepast  vervolg op.  Ezechiël  zei  ons,  wat  door hem gezien en voorspeld werd in de eerste jaren van de gevangenschap. Daniël deelt ons mede, wat gezien en voorspeld werd in de laatste jaren van de gevangenschap.

Als  God  verschillende  handen  gebruikt,  dan  is  het  toch  voor  hetzelfde  werk. En  het  was  een  troost  voor  de  arme  gevangenen,  dat  zij  eerst  den  enen  profeet  onder zich hadden  en  dan  een  anderen,  om  hun  te  tonen  hoe  lang  nog,  en  ten  teken,  dat  God  hen  niet geheel verworpen had.

Laten wij dan nagaan,

I. Alles  wat  dezen  profeet  betreft.

Zijn  Hebreeuwse  naam  was  Daniël,  wat  oordeel  Gods betekent; zijn Chaldeeuwse naam was Beltsazar. Hij was van den stam van Juda, en, naar het schijnt,  van  de  koninklijke  familie.  Hij  blonk  reeds  vroeg  uit  door  wijsheid  en  vroomheid. Ezechiël, zijn tijdgenoot, maar veel ouder dan hij, spreekt van hem als van een orakel, wanneer hij  den  koning  van  Tyrus  aldus  zijne  opgeblazenheid  verwijt:  Gij  zijt  wijzer  dan  Daniël, Ezechiël 28:3. Hij is daar eveneens beroemd om de kracht van zijn gebed, daar Noach, Daniël en Job beschouwd worden als de drie mannen, die den grootsten invloed in den hemel hadden, Ezechiël  14:14.  Hij  was  reeds  vroeg  beroemd  en  bleef  langen  tijd.

Sommige  van  de  Joodse rabbijnen  willen  hem niet erkennen als een profeet van den eersten rang en rangschikken daarom  zijn  boek onder de Hagiografa, en niet onder de profetieën, en daarom mogen hun leerlingen er niet veelaandacht aan schenken. Een van de redenen, die zij daarvoor opgeven is, dat hij niet zulk een nederig, kommervol leven leidde als de profeet Jeremia en sommige van de andere profeten, maar als een prins leefde en eerste minister was; hoewel wij toch vinden, dat hij  vervolgd werd als andere profeten, Hoofdstuk  6,  en  treurde  als  andere  profeten,  toen  hij geen begeerlijke spijs at, Hoofdstuk 10:3 en krachteloos was en bezwijmde onder de macht van den geest der profetie, Hoofdstuk 8:27.

Ene andere reden, die zij noemen, is, dat hij zijn boek in een heidens land schreef en daar visioenen had, in plaats van in het land van Israël; maar om dezelfde reden moet dan ook Ezechiël van de rol der profeten geschrapt worden. Maar de ware reden is, dat hij zo duidelijk van den tijd van de komst van den Messias spreekt, dat de Joden wel  tot  de  overtuiging  daarvan  moeten  komen,  en  er  daarom  liever  niet  van  horen.  Maar Josephus  noemt  hem  een  van  de  grootste  profeten,  ja,  de  engel  Gabriël  noemt  hem  een  zeer gewensten man.

Hij leefde lang aan het hof en nam een werkzaam aandeel aan de regering van enige der grootste koningen, die de wereld ooit gekend heeft, Nebukadnezar, Cyrus en Darius; want wij vergissen ons, als wij het voorrecht van gemeenschap met den hemel beperken willen tot  zieners  en  hen,  die  hun  tijd  doorbrengen  in  bespiegeling;  neen,  wie  was  nauwkeuriger bekend  met  Gods  wil  dan  Daniël,  een  hoveling,  een  staatsman,  een  man  van  het  praktische leven? De Geest blaast waarheen Hij wil, evenals de wind. En als zij, die veel in de wereld te doen  hebben,  dat  als  ene  verontschuldiging  aanvoeren  voor  hun  zeldzame  en  onbeduidende gemeenschap  met  God,  dan  zal  Daniël  hen  veroordelen.

Sommigen  hebben  gemeend,  dat  hij naar  Jeruzalem  teruggekeerd  en  een  der  leraren  van  de  Griekse  synagoge  geworden  is;  maar niets  daarvan  blijkt  uit  de  Schrift;  daaruit  besluit  men  meestal,  dat  hij  te  Suza  in  Perzië gestorven is, waar hij tot hogen ouderdom leefde.

II. Alles wat dit boek betreft.

De eerste zes hoofdstukken ervan zijn historisch, zij zijn duidelijken  verstaanbaar;  de  laatste zes zijn profetisch en daarin is veel duisters en dat moeilijk te verstaan  is;  het  zou  begrijpelijker  zijn  als  wij  ene  meer  volledige  geschiedenis  der  volken hadden, en in ‘t bijzonder van het Joodse volk, van Daniël’s tijd tot de komst van den Messias. Onze  Zaligmaker  doelt  op  de  moeilijkheid  van  het  te  verstaan,  als  Hij,  van  hem  sprekende, zegt: Die het leest, die merke daarop, Mattheus 24:15.

Het eerste hoofdstuk en de drie eerste verzen  van  het  tweede,  zijn  in  het  Hebreeuws;  vandaar tot het achtste hoofdstuk is in het Chaldeeuwse dialect; en vandaar tot het eind is weer in ‘t Hebreeuws geschreven. Broughton merkt  op,  dat,  daar  de  Chaldeeën  vriendelijk  waren  voor  Daniël  en  hem  bekers  koud  water gaven,  als  hij  erom  vroeg,  God  niet  wilde,  dat  zij  hun  loon weg zouden hebben, maar dat de  taal, die zij hem leerden, door zijn geschrift voor de gehele wereld, geëerd zou worden tot opdezen  dag.

Naar  zijne  berekening  zet  David  de  heilige  geschiedenis  voort  van  de  eerste verovering  van  Jeruzalem  door  het  Chaldeeuwse  Babel  af,  toen  hij  zelf  gevankelijk  werd meegevoerd, tot de laatste verwoesting er van door Rome, het mystieke Babel toe, want zover zien zijne voorspellingen in de toekomst, Hoofdstuk 9:27.

De fabels van Suzanna en van Bel en de Draak, waarin Daniël een rol speelt, zijn apocrief, en wij menen, dat er geen reden bestaat om er geloof aan te hechten, daar zij nooit in ‘t Hebreeuws of Chaldeeuws gevonden zijn, maar alleen  in  ‘t  Grieks,  en  zij  ook  nimmer  door  de  Joodse  kerk  zijn aanvaard. Sommige geschiedenissen  en  profetieën  van  dit  boek  dateren  uit  den  laatsten  tijd  van  het  Chaldeeuwserijk,  en  andere  uit  het  begin  van  het  Perzische  rijk.

Maar  beide,  Nebukadnezars  droom,  dien Daniël  verklaarde  en  zijn  eigen  visioenen  wijzen  op  het  Griekse  en  op  het  Romeinse  rijk,  en zeer in ‘t bijzonder op de Joodse tegenspoeden onder Antiochus, en het was zeer nuttig voor hen  om  zich  daarop  voor  te  bereiden;  daar  zijne  nauwkeurige  tijdsbepaling  van  de  komst  van den  Messias  van  groot  nut  was  voor  hen,  die  de  vertroosting  van  Israël  verwachtten  en  dat eveneens voor ons is, ter bevrediging van ons geloof: dat Hij het is, die komen zou, en dat wij niet meer naar Hem behoeven uit te zien.

Comments are closed.