Genesis 19:1-3

Waarschijnlijk waren deze engelen twee van de drie, die zoeven bij Abraham geweest waren, de twee geschapen engelen, die uitgezonden waren om Gods bedoeling met Sodom ten uitvoer te brengen.

Merk hier op:

I. Er was in Sodom maar één Godvruchtig man, en deze hemelse boden hebben hem ontdekt. Wij moeten, waar wij ook zijn, navraag doen naar hen, die in de vreze (Gods leven, en met deze willen omgaan, Mattheus 10:11, onderzoekt wie daarin-in die stad of dat vlek-waardig is, en blijft aldaar. Landgenoten, die zich in de vreemde bevinden, komen gaarne bij elkaar.

II. Lot heeft zich in die tijd genoegzaam van zijn naburen onderscheiden, waardoor een duidelijk merk op hem geplaatst werd. Hem, die niet handelde als de anderen, moet het ook niet als de anderen vergaan.

1. Lot zat in de poort te Sodom in de avond, toen de overigen waarschijnlijk aan het drinken en brassen waren, zat hij daar eenzaam en alleen uitziende naar een gelegenheid om goed te doen.

2. Hij was uiterst eerbiedig jegens deze mannen, die een sober, ernstig voorkomen hadden, hoewel zij generlei pracht of staatsie tentoonspreidden. Hij boog zich ter aarde toen hij hen zag, alsof hij reeds op de eerste aanblik iets Goddelijks in hen bespeurde.

3. Hij was gastvrij, hartelijk en ruim in zijn uitnodiging en zijn onthaal. Dringend nodigde hij deze vreemdelingen in zijn huis, zette hun het beste voor van hetgeen hij had, en gaf hun alle mogelijke blijken en bewijzen van zijn oprechtheid, want:

a. Toen de engelen, om te zien of zijn uitnodiging van harte gemeend was, haar eerst weigerden aan te nemen, (hetgeen een gewoon gebruik van bescheidenheid is, zonder dat dit in het minst aan waarheid of oprechtheid tekort doet) heeft hun weigering hem slechts des te dringender doen aanhouden, hij hield bij hen zeer aan, vers 3, deels omdat hij volstrekt niet wilde, dat zij zich aan de ongerieflijkheid en het gevaar zouden blootstellen door op straat te overnachten in Sodom, en deels omdat hij zeer naar hun gezelschap en gesprek verlangde.

Twee zulke eerlijke gezichten had hij in Sodom nog niet gezien. Zij, die in een slechte plaats wonen moeten het gezelschap op prijs stellen van hen, die wijs en goed zijn, en dit zeer begeren.

b. Toen de engelen zijn uitnodiging hadden aangenomen, heeft hij hen gul onthaald, hij richtte een maaltijd voor hen aan, en vond die goed besteed aan zulke gasten. Godvruchtige mensen behoren (met beleid en voorzichtigheid) ook edelmoedige, milddadige mensen te zijn.

Comments are closed.