Daniël 1 in de Statenvertaling
Dit hoofdstuk geeft ons een nauwkeuriger verhaal van het begin van Daniels leven, zijne komst en opvoeding, dan wij van een der andere profeten bezitten. Jesaja, Jeremia en Ezechiël begonnen onmiddellijk met goddelijke gezichten, maar Daniel begon met zich toe te leggen op menschelijke geleerdheid, en werd later vereerd met goddelijke gezichten, zooveel verschillende manieren heeft God om menschen voor den dienst der kerk op te leiden.
Hier hebben wij
I. Jojakims eerste gevangenschap, vers 1, 2, waarbij Daniel met anderen van het koninklijk zaad, naar Babel gevoerd werd.
II. De keus, op Daniel en eenige andere jongelingen gevallen, om onderwezen te worden in de Chaldeeuwsche literatuur, om hen bekwaam te maken de regeering te dienen, en hun verzorging vers 3-7.
III. Hun vrome weigering om van ‘s konings tafel te eten, en hun besluit om te leven van ‘t gezaaide en van water, wat de overste der kamerlingen na eenen proeftijd toestond, daar hij bevond, dat het hun geen kwaad deed, vers 8-16,
IV. Hun wonderbare meerderheid boven al huns gelijken, in wijsheid en kennis, vers 17-21.